Noot bij Europese Hof van Justitie 28 april 2022, JAR 2022/127
Op 16 januari 2014 stelt de rechtbank twee beoogd curatoren als stille bewindvoerders van Heiploeg aan. Zij onderzoeken of, en zo ja, hoe de onderneming van Heiploeg ‘going concern’ kan worden overgedragen. De beoogd verkrijger schrijft op 21 januari 2014 de nieuwe onderneming (Heiploeg-nieuw) bij de Kamer van Koophandel in. Diezelfde dag verklaart de rechtbank Heiploeg failliet. 210 van de 300 werknemers treden tegen minder gunstige arbeidsvoorwaarden in dienst van Heiploeg-nieuw. In deze procedure vordert FNV een verklaring voor recht dat de werknemers van Heiploeg met behoud van hun arbeidsvoorwaarden in dienst van Heiploeg-nieuw zijn getreden. De vraag die partijen verdeeld houdt, is of de pre-pack voldoet aan de uitzondering op de regel dat werknemers bij een overgang van onderneming van rechtswege met behoud van hun arbeidsvoorwaarden bij de verkrijger in dienst treden. In zijn arrest van 29 mei 2020 («JAR» 2020/163) stelt de Hoge Raad hierover prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Het Hof overweegt dat, wil een pre-packprocedure onder de uitzondering van art. 5 lid 1 Richtlijn 2001/23/EG vallen en niet als overgang van onderneming worden aangemerkt, voldaan moet worden aan de voorwaarde dat de procedure is gericht “op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder”. Dat is het geval als de overgang (...)
Download het hele artikel als PDF